20.12.11

Zalige Kerstdagen...

Sanne Jochems was doodmoe. Haar doorgaans al bleke gezicht was nog witter dan gewoonlijk en haar blonde haar hing slap en futloos langs het gezicht. Ze was het toonbeeld van een vermoeide veertiger, die baan en gezin heilloos probeerde te combineren. En de wetenschap dat er een periode van vakantie- en feestdagen aangebroken was, maakte haar nog nerveuzer dan tevoren. December was haar maand al helemaal niet en deze december leek nog vreselijker dan voorgaande.
Na een ware veldtocht in een winkelcentrum vol koopgekken zat Sanne uitgeput in haar auto met twee loodzware boodschappentassen op de bank naast zich. Wat een vreselijke tijd eigenlijk, die Kersttijd, dacht ze. Wat doen we onszelf aan?
Toch was het vreemd dat ze elk jaar, tegen beter weten in, naar Kerst uitkeek. Elk tijdschrift, elke etalage leek haar dan te zeggen: kijk; dit is Kerst; gezellig, warm, vredig!  En ze genoot in de weken voor Kerst eigenlijk ook wel van de lichtjes en de geuren die bij deze tijd horen.
Ze was verleden week, na haar werk, langs de bloemenstal gegaan en had een boom mee naar huis genomen, had hem samen met de kinderen opgetuigd, en ze had 's avonds kerstkoekjes met ze gemaakt. Bovendien maakte ze een echte Engelse plumpudding, naar een recept uit de krant, die ze Eerste Kerstdag op wilde dienen.
Nu, na de afsluiting van de laatste drukke werkweek en het geren om alle voorbereidingen te treffen die nodig waren, was ze bekaf en volkomen uitgeteld. Er leek een einde gekomen te zijn aan haar kerstgevoel en de dikke Kerstsfeer ging haar erg tegenstaan. Al dat geglim en geglitter in de etalages, al die verplichtingen en onuitgesproken verwachtingen. Dus toen ze vanmiddag  “Driving Home for Christmas” voor de tweehonderdvijftigste keer die week voorbij hoorde komen op haar autoradio, had ze ineens keihard geschreeuwd: “hou toch je kop, vent!
Dit jaar zouden Rob en zij het kerstdiner verzorgen. De elf gasten zouden, behalve uit Sanne, Rob en hun kinderen Jurre en Julia, bestaan uit haar schoonouders, haar eigen moeder, Rob’s tweelingbroer Chris met zijn vrouw Daantje en hun drie  kinderen.
Ze zag er als een berg tegenop te meer omdat het Kerstdiner dat Daantje verleden jaar had verzorgd, buitengewoon geslaagd was geweest. Het was toen werkelijk een prachtige avond, zo een die gepast had in een van die mooie tijdschriften van Daantje. Ze zuchtte en probeerde de paniek die bij haar opkwam, een beetje in te dammen.
Thuisgekomen pakte ze de boodschappen uit en ze zette zich met tegenzin aan de voorbereiding voor het Kerstdiner morgen. Ze hoorde geen geluid in de kamer en ging een kijkje nemen. Rob lag languit op de bank te slapen met om hem heen gedrapeerd een puinhoop aan kleding, speelgoed en vuil vaatwerk. Hij schrok wakker toen ze binnenkwam en zag haar geïrriteerde gezicht. “Wat nou….. ik lag gewoon even te slapen, zeg! Jezus San, doe niet zo gestoord. Ik ruim het echt wel op hoor”.
Sanne slikte, sloeg de deur met een klap dicht en wilde terugkeren naar de keuken. Halverwege riep ze naar de dichte deur: “Heb je eraan gedacht de wijn op te halen bij de slijter?”
Rob deed met een schuldbewust gezicht de deur open en zei: "O nee, helemaal vergeten, ik ga nu meteen even”. Hij holde de deur uit voordat Sanne nog iets kon zeggen.
Ze werd hoe langer hoe kwader. Nijdig stopte ze de witte, pukkelige kalkoen vol met een oranjegele vulling. Jasses, wat zag dat er smerig uit. Ze hoopte maar dat zijn uiterlijk zou verbeteren in de oven!
Toen er boven haar hoofd kabaal uitbrak vloog Sanne naar de kinderkamer. Daar waren Jurre en Julia elkaar als idioten te lijf aan het gaan. Julia jengelde met haar indringende hoge stemmetje dat Jurre was begonnen en aan Jurre’s sardonische lachje te zien zou dat wel eens kunnen kloppen. Sanne haalde de twee uit elkaar en stuurde ze ieder naar hun eigen kamer. De kinderen waren al onhandelbaar van vóór Sinterklaas en ze zag dan ook met angst en beven het Kerstdiner morgen tegemoet.
Op Eerste Kerstdag arriveerde haar moeder als eerste in een taxi. Het was véél vroeger dan het tijdstip dat Sanne met haar had afgesproken maar haar moeder leek de laatste tijd niet alles meer te volgen. Na enige tijd kwamen Chris, Daantje en de kinderen met veel lawaai binnenvallen.
Daan zag er schitterend uit, simpel maar uitermate verzorgd. Sanne verwisselde nog snel haar slippers voor een paar pumps en ging met haar handen door haar haar.
Toen ook haar schoonouders waren gearriveerd, schonk Rob een aperitief voor iedereen in. Al snel was iedereen in een geanimeerd gesprek gewikkeld en ging Sanne naar de keuken om de laatste hand aan het diner te leggen.
Het was een ramp...!
De kervelsoep leek meer op de modder in hun achtertuin dan op soep. De zalmgeleitjes waren niet opgestijfd en lagen als klodders roze drab op de mooie bordjes. De kalkoen had als extra decoratie alleen nog wat zwarte schroeivlekken gekregen en met de garnituren was het al niet beter gesteld.
In de huiskamer waren ze al aan het zoveelste glas bezig. Rob en Chris zaten hevig met elkaar te discussiëren, Daan was met haar schoonmoeder aan het kibbelen over kinderopvoeding, haar moeder zat wazig om zich heen te kijken en de kinderen waren luidruchtig de kwaliteit van het speelgoed aan het testen.
Op tafel was inmiddels het kaarsvet dik op de Kerstdecoratie gedrupt en lagen omgevallen kinderbekers en stukken speelgoed tussen het opgepoetste tafelzilver.
Toen ze aan tafel gingen deden de volwassenen net of ze niet zagen dat het eten volkomen mislukt was. Sanne zag de snelle blik die Daan en Chris met elkaar wisselden. Ze zouden vast en zeker niets negatiefs over het eten zeggen, want dat was not done in deze familie.
De kinderen trokken zich van die onuitgesproken regel niets aan en al bij de soep gilde Julia: “ik eet vieze poepsoep, vieze soeppoep!”
Sanne’s moeder werkte de zalmgelei met een lepel naar binnen en Rob moest kracht zetten bij het doorzagen van de gortdroge kalkoen. Niemand vroeg wat de schaaltjes met onduidelijke garnituren moesten voorstellen, maar durfden het er niet op te wagen te proeven. Moeizaam worstelde Sanne een paar happen naar binnen maar ze had het gevoel dat er een steen op haar borst lag. En dat kwam beslist niet alleen van het eten.
Twee uur later zette ze de zompige plumpudding op tafel. De vlammetjes die ze feestelijk had willen ontsteken werden meteen door het uitlopende vocht geblust.
Er kwam een vreemd gevoel over Sanne. Een gevoel alsof ze buiten zichzelf trad maakte zich van haar meester en het leek alsof ze in slow-motion bewoog.
Heel langzaam pakte ze de pudding op en tilde hem boven haar hoofd. Met een onverwacht krachtige worp smeet ze hem tegen de woonkamerwand. Hij spatte met een spectaculair geluid uit elkaar. Onder ijzige stilte zag ze de stukken pudding langzaam over de muur naar beneden glijden en met een drassig geluidje op de grond ploffen!
De steen op haar borst verdween en voor het eerst sinds weken begon er iets van een kerstgevoel in Sanne te ontwaken!

4 opmerkingen:

  1. Sanne, je bent geweldig!
    Mijn complimenten. Je hebt de emoties zo knap verwoord, dat ik hier met samengeknepen billen zat van de stress.
    Gelukkig behoren dit soort etentjes hier al een eeuwigheid tot het verleden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ai, ai, ai: wat een ellende daar met kerstmis. Arme Sanne. Maar wat zal ze zich bevrijd hebben gevoeld, naderhand. Toch? ;-)

    Fijne feestdagen voor jullie!

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Heerlijk verhaal, Janny. Die Sanne zou ik weleens willen spreken :-)
    Een heel origineel eind!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. schitterend verwoord wat velen voelen, en niet durven doen of tonen! Een grappig, en ook mooi einde.

    BeantwoordenVerwijderen